Een vleugje nostalgie...
 
 
Er was eens …… of hoe het allemaal ooit begon.
Toen de dieren nog konden spreken…
Heel lang geleden, alleluja allo…
Sinds lang vervlogen tijden…
In het jaar des heren…
Anno Domino…
Er was eens…
'S avonds, als de mannen rond het kampvuur zitten, hunnen baard kammen, de vredespijp rondgeven, en verhalen worden verteld uit grootmoeders tijd. Als 'in mijnen tijd' door de stilte van de nacht weergalmt, als de ouden-van-dagen verzamelen blazen onder die kromme eik, als het reguliere leven stilvalt uit respect voor wat geweest is, als de muggen dansen in het maanlicht, en de wolf van het Waasland huilt naar diezelfde gelige sikkel, …
De dorpsoudste (Of was het de dorpsgek ? Wie zal het zeggen.) richt zijn blik op het eindige. Kromgebogen en zwaar leunend op een roestige staf. Zijn magere vingerknoken verbleken tot een doorschijnend wit, met zijn laatste krachten zijn knoestige knuisten ballend. Zijn tandenset op elkaar geperst in het glas stinkend spoelwater naast hem. En hij vertelt. Mysterieus fluisterend, zwaar hijgend en naar adem happend door de opwinding. Hij vertelt alsof hij er altijd al bij was, met een weemoedige blik in de invallende ogen. Alle aandacht is op hem gericht, want dit is het verhaal, het levensverhaal misschien, van de 7.
Iedereen kent het verhaal, maar wil het telkens opnieuw horen, en er geen lettergreep van missen. Sommigen herinneren het zich nog vaag, anderen hoorden het van hun vader die het dan weer van zijn vader hoorde. Nog anderen lijkt het wel een fantasmistisch verhaal uit een andere dimensie. Maar niemand laat het onberoerd. Het verhaal van de 7.
Het verhaal van de 7.
Het waren nog ukkies, de luiers amper ontgroeid, toen ze elkaar voor het eerst aangaapten, maar ze begrepen elkaar reeds zonder woorden noch tanden. Ze ontmoetten elkaar veelvuldig in het schoolse circuit, speelden verstoppertje met elkaar en doktertje met de buurmeisjes, kregen tandjes en de baard in de keel, introduceerden zichzelf in de Lodejo, zochten wanhopig naar een lief, zochten soms al eens zichzelf op de bodem van een bierglas, en transformeerden van kleine kindjes stilaan in grote kindjes.
Ergens onderweg vonden ze nog de tijd om een ei te leren kapotstampen, en sommigen zelfs om te leren voetballen, beiden met wisselend succes. Maar toch, de microbe had gebeten, en ze beet hard.
In de schoot van de Lodejo, een bruine kroeg met illuster verleden en duistere toekomst, waar menigeen zijn goed fatsoen en briljante carriéremogelijkheden verkwanselde boven den kicker, werd louter toevallig in diezelfde periode een warempele indoorvoetbalcompetitie opgestart. Het oorspronkelijke doel (de ergste hooligans buitenshuis hunne zot laten uitwerken) werd echter onvermoed overschreeuwd door grandioze frivoliteiten van onontdekte talenten, en historische titanenclashes werden bevochten door atletische torso's in het dra uit zijn al te kleine voegen barstende Uyttenhove.
Vooral de hilarische (of is het huzarische ?) exploten van 7 eeuwige beloften in spe bleven niet onopgemerkt voor lokale headhunters. De "nog-choco's" bloeiden op en open, en beheersten jaren dit excentrieke sportmilieu.
Tot die dag, die vermaledijde dag. Onder een bruisend kapsel borrelde een al even bruisend idee op. Yveske, bijgenaamd de FeeCee, activist van het eerste én het laatste uur, vond zijn kunnen het modale Lodejo-niveau ver overstijgen, en ging op zoek naar nieuwe oorden en horizonten. Het antwoord op zijn zoektocht vond hij in een glazen kooi in de schaduw van onze nationale tempel de Heizel, bij bondsbons Houba. Na zich volledig onderworpen te hebben aan de leer van het KBVB, was zijn moment aangebroken voor het stellen van een historische daad : startvergadering van de 7.
17 april 1993. Een gedenkenswaardige mijlpaal in de nog prille geschiedenis der Belgen, dappersten onder de Galliërs. FeeCee, Nillis, Pauwke, Bussie en Stoffels draperen zich rond een volle tafel, onder het alziend oog van mentalcoach Raphaël en rijkelijk voorzien van voedingssupplementen door de goede fee Fernanda, om de eerste krijtlijnen uit te zetten van wat op dat ogenblik nog een ongeloofwaardig verhaal lijkt te zijn. IFT is geboren, al is het nog in foetushouding.
Dat de meer dan getalenteerde ploeg toen al ongelooflijke toekomstperspectieven uitstraalde, mag wel blijken uit het feit dat media-gigant 'Gazet van Antwerpen' zich spontaan aanbood (wat zeg ik, ze smeekten erom) als eerste main-sponsor. Niet minder dan Luc Nillis himself doopte de kersverse uitrusting meteen met eigen lichaamsvochten. Het legendarische nummer 4 zal altijd zijn naam blijven dragen. En jeugdhuis Lodejo bombardeerde ons meteen tot sportief ambassadeur, en leverde meteen ook de logistieke steun voor de uitbouw van onze financiële fundamenten, onder de vorm van STALfuif 1 en STALfuif 2 én de onvergetelijke Mo&Benoellie-party. GVA-Lodejo-Lochristi was een feit geworden, klakskes incluis.
Zoals elke zichzelf nog volledig te bewijzen nieuwkomer op het strijdveld van kortgebroekte helden, diende de GVA te starten in 4° provinciale, maar dan wel zomaar eventjes bij de Koninklijke Belgische Voetbal Bond. Van een dieptepunt gesproken. Een dieptepunt waar toen reeds bekende namen als Centerboys en De Kneut en Always deel van uit maken. Onversaagd echter stoomden de pioniers, aangevuld met den Eddy, Mario den bakker van Beervelde, superJohan Verlee, klein broertje Thierry, koerspaard Dave Couliez, dribbelkont Groggeman, en onze Christophe, door naar de titel …… om deze op de laatste speeldag te verliezen door een lullig gelijkspel. Den Christophe werd op de eerste speeldag tot overmaat van ramp al administratief geschorst wegens het niet reglementair poetsen van zijn schoeisel, en we hebben hem pas jaren later teruggevonden. Het weerzien was uiteraard des te hartelijker.
Den bakker liet het echter niet aan zijn hart komen, en smeerde meer boterhammen dan ooit tevoren. Tom Mestdach maakte een kort maar zeer hevig debuut, zodat in seizoen nummer twee, aan het Lootse voetbalgeweld dan ook geen houden meer was. De titel kon meteen gevierd worden met een straat voorsprong. Verlee kreeg er zowaar het schaamrood van tot op zijn gat. Het bijhorende diploma hangt nog steeds boven mijn bed, als eeuwigdurend aandenken. En de lokale Chinees zal het ook geweten hebben. GVA kampioen. 
Op naar nieuwe uitdagingen dus in 3° provinciale. Nieuwkomer Bart De Waele moet halverwege het seizoen reeds afhaken door problemen aan de snelheidsturbo, en superVerlee zoekt zijn heil op het grote terrein, terwijl boomlange Herman en broeder Frank De Schepper het korps versterken. Dit seizoen komen we voor het eerst op de Frontpage van Breike, én wordt het eerste (en laatste tot nog toe) bekersucces in onze annalen geschreven. Eddy wordt voor het eerst kapitein en zal die functie nooit meer echt loslaten, waardoor het seizoen al helemaal onder de historische noemer valt. Dit seizoen werkt God de Vader bovendien zijn eeuwenoude idee uit om het zaalvoetbal grondig te hervormen, waardoor GVA zowaar als vijfde eindigend toch mag promoveren naar 2°. Het diepzwarte gat in.
Op naar nieuwe uitdagingen dus in 2° provinciale ?
De clan Van Den Bussche ziet dit avontuur niet echt zitten. Raf kiest voor een sabbatjaar, Thierry nestelt zich met moeder Fernanda voor de open haard, terwijl Mario op hoogtestage gaat in de Zweedse Volvolucht. Maar vrees niet, vrees niet !! Jo en Burgelman kruipen uit Breikes schaduw (wat op zich al een hele prestatie is), en verlost van diens strakke tactische stramien groeien die twee heikneuters warempel volledig uit tot sterkhouders van de groep. Maar vooral interim-coach Joe loodst zijn discipelen met zijn legendarische richtlijnen naar een prachtige vijfde stek. Den Joachim zou zich later weten op te werken tot plaatselijk schepen van sport, of waar een carrière bij de GVA en een beetje "zachtjes drijven" niet allemaal toe leiden kan.
Het goede resultaat van het voorbije debuutseizoen weet Mario én Raf te overtuigen om opnieuw in te pikken. Mario met ijzersterke conditie en strakke buikspieren (waar is de tijd, waar is de tijd), en Raf met volle overgave. Zoveel overgave zelfs dat ons Rafke zich zowaar op zijn vijftigste waagt aan een uitspatting in de zwemkom van Moerbeke. GVA is nochtans dan reeds verwoed op zoek naar verjonging, en denkt die gevonden te hebben in Verleeduplicaat Joost Noels en nog meer in 'overstapke' Pasqualino. Althans dat was de lijn der verwachtingen of verzuchtingen. In dit alweer historische seizoen waarin zvc Deschacht de schoenen aan de haak hangt, weet GVA zijn grootste resultaten te noteren, door zomaar eventjes 17-2 te winnen, maar dit exploot onmiddellijk te laten volgen door een klinkende 0-20 nederlaag. Het summum der dieptepunten, te meer we pas op de achtste plaats eindigen.
De voorbije maar toch wel teleurstellende eindscore inpireert ons tot een doorgedreven verjongingscursus (alweer !?), en wordt er diep in de buidel getast om op de transfermarkt kleppers weg te kapen als brandweerman Dirk, garçon Stevie, keeper Filip, en kweekstier Dierickx. Een wedstrijdfeuille met tweemaal De Clercq, tweemaal De Sutter, én tweemaal Van Den Bussche ruikt sterk naar incest en orgie, maar met zoveel geweldig geweld wordt toch nog een 6° plaats bekomen. Belangrijkste wapenfeit uit dit jaar is wel de reïncarnatie van GVA tot IFT. In het lokale Zakenkantoor De Koning wordt een gulle mecenas gevonden, en in overleg met den René wordt de Lootse topploeg omgetuned tot 'indoor football team' IFT De Koning Lochristi in ruil voor een driejarig contract waarvan men ondertussen reeds de derde aflevering uitzendt op Canvas.
De milleniumhype houdt voor IFT ondanks de vernieuwde start weinig feestvreugde in, met twee seizoenen om snel te vergeten. Respectievelijk een 10° en 9° plaats worden behaald met achtereenvolgens zeer wisselvallige resultaten, de zwakste start ooit, en massa's gelijke spelen. Het eropvolgende jaar is al niks beter, met na een zwakke start nu ook een zwak einde, waarom niet. Ondanks de wissel van Arne voor Christophe wordt alsnog een 6° eindplaats bekomen. Het verloren gewaande kalf wordt met open armen omhelsd, en de eerstgeboren zoon wordt geslacht en geroosterd.
IFT mag in 2002 verkassen naar de moeilijker geachte reeks uit het Waasland, maar in de onophoudelijke zoektocht naar verjonging wordt daarvoor steun gevonden bij Gert en Jimmy. Met de komst van Nico en Nico wordt bovendien de in de loop der jaren moeizaam opgebouwde maar intussen florerende samenwerking met team Breike onderstreept. Ondanks de morele steun van Marie-Jeanne en Adrien, houden de Breike-getrouwen het jammer genoeg vrij vlug voor bekeken. Als onzen brandweerman en diens nietsvrezende hakbijl samen met de doelpaal naar de schroothoop wordt verwezen, sluipt twijfel in de ploeg. Met het 1° Futsaltreffen 'René De Koning wordt de tiende verjaardag van het team uitbundig gevierd, maar het voortbestaan komt even uitbundig in gedrang. De resultaten zijn denigrerend, en de spelerskern is te smal (op Mario en Kris na natuurlijk). Begrafenisstemming alom.
In hogere en traditionele kringen komt na de begrafenis de koffietafel, dus ... juicht allen, juicht allen !! Ene Hanske en ene Joske komen zowaar vanonder een Moerbeekse steen gekropen, brengen nog de Noele mee, en zorgen zowaar voor een jeugdig (ik kon verdorie hun vader wel zijn) elan van de ploeg. Als ook Lieven tussen de gitaarsolo's door zijn sloffen aantrekt, zijn we weer op de rails. En de tegenstander zal het zowaar geweten hebben. Na een snelle rode kaart van "den ouwen" mag Thierry een half seizoen de netten vrijwaren, én staan we terug in de top 5 waar we thuishoren. In een seizoen met maar liefst vijf Lootse ploegen vliegen de derby's om de oren, in deze voor de gelegenheid herdoopte 'reeks van het Veerleveld'.
IFT heeft er steeds naar gestreefd om een gewogen balans te vinden tussen ervaring (zeg maar de ouwe zakken van gemiddeld 90 kilo) en jong zot geweld. Wie goed heeft opgelet heeft gemerkt dat elke nieuweling wel een of andere vriendschappelijke band had met de getrouwelingen. Want inderdaad nog meer dan aan de sportieve prestaties, wordt aandacht besteed aan de sociale samenhang. En wie inderdaad niet thuishoorde in het vriendenplaatje of er zijn draai niet kon vinden, is in de loop der jaren vlot en op natuurlijke wijze afgevloeid. Na al die omzwermingen is IFT teruggekeerd naar zijn roots, of naar de aloude kern waar het ooit mee begon, én is de groep van 7 aangevuld met zeer ambitieuze jongeren, die zich perfect weten te vinden in de tooggesprekken van zo'n 500 kg verloren gegane voetbaltalenten. Die jeugd heeft zich intussen tot op de voorzittersstoel weten te murwen. De apejaren, liefdesperikelen, sms'jes, pitta-uitstapjes, websites, en ladies nemen we er dan wel met de glimlach bij. Je hoort Raf niet klagen.
De geliefde clubkleuren zijn in al die jaren geëvolueerd van wit-rood over wit-rood via brazilliaans geel tot knallend oranje. De broekjes zijn echter meer dan ooit kort, en we dragen nog allemaal links. Waar gaat dat heen !
De dorpsgek is intussen ingedommeld onder zijn oude eik, de tanden stijf op elkaar in het spoelwater. Maar het verhaal van de 7 (en enkele anderen) dobbert rustig verder richting kampioenstitel en gelijkaardige uitspattingen. Waarheen nog, wie zal het voorspellen ? Wie heeft een glazen bol, en wie een vers glas spoelwater ?
We zijn goe bezig … en leefden nog lang en gelukkig !!